Ger Frenken
Doe meks get mit as collectant‚
WANROIJ – Zaterdag 14 maart 2009. heeft het Zuid-Nederlands kampioenschap Buutreednen/Tonpraten plaatsgevonden in ‘t Wapen van Wanroij te Wanroij. Jaarlijks, zo rond de tijd van Halfvasten, vindt dit spectaculaire evenement plaats. Voor de 31 e keer organiseerde Stichting Carnavalsactiviteiten Land van Cuijk dit kampioenschap, doch de laatste dertien edities onder de noemer van Zuid-Nederlands Kampioenschap, waarbij 8 tonpraoters afkomstig uit Brabant en Limburg hun beste kunnen lieten horen en zien aan een breed publiek. Vrijdag 20 en zaterdag 21 maart vinden de Gala-avonden plaats, waarbij de vier beste tonpraoters van het kampioenschap terug naar Wanroij komen om het publiek nogmaals een grandioze avond te bieden, welke dan ook tevens omlijst wordt door top-entertainment, show, zang en dans.
Het draaide zaterdag 14 maart echter om het kampioenschap, alwaar de creme de la creme onder de tonpraoters op de buhne verscheen en alle aanwezigen uit alle hoeken van Brabant en Limburg aan zich wisten te binden met al hun kwats- wazel en zever. De lachspieren werden bij eenieder danig op de proef gesteld en gezien de reacties vanuit de zaal slaagden de artiesten daar bijzonder goed in.
Het spits werd afgebeten door het humoristische koldercabaret trio ‚KEPS‚. Dit muzikale en theatrale trio wist de grote menigte te boeien met hun zang en afwisselende berichten via hun zelf geregiseerde NOS-Journaal. Een goede opwarmer voor de tonpraoters die daarop volgden.
Als eerste buutreedner kwam ‚Jaerke wil ruiter waere, vertolkt door Pierre van Helden uit het Limburgse Melderslo, in de buutton. Hij leerde paardrijden van instructeur Schweinsteiger en tijdens zijn eerste parcours wist hij van de vijftien hindernissen een te laten staan. Al vrij snel wist hij ook door te dringen tot een barrage en moest tegen de klok rijden. Om een snelle tijd te kunnen reasliseren sprong hij over de afrastering, viel nog tussen de prijzen, en uiteindelijk letterlijk tegen de klok. En wat denk je; ‚Te laat.
Hierna volgde ‚Dr. Henk-Jan Botox, de plastisch chirurg‚(Berry Knapen uit Heeze), die een eigen kliniek in gebruik had genomen, geheten; ‚De Dikke Lip‚. Bij vele clienten paste hij lipposuctie toe waarbij hij het afgezogen vet niet in een putje liet weglopen doch dit naar zijn broer bracht die een frietzaak runde en nog wel in Wanroij. Heel populair was tegenwoordig het anus bleken. Heel ondankbaar want na een keer poepen was hij toch weer bruin. Zo ook had hij Marijke Helwegen al vaak strak getrokken.
Als derde buutreedner trad ‚Stierenvechter‚ (Jan Geraedts uit Asenray) in de buutton. Als aanstormend talent Tormetotolossos had hij stage gelopen bij Don Juan Invalidos. In de arena merkte hij wel dat ‘n os gevaarlijker kon zijn dan ‘n stier, want die hadden ze tenslotte al eens ooit gekloot. Bij zijn eerste serieuze gevecht had hij zelfs de paus gebeld en gevraagd om tot de maagd te bidden dat hem niets zou overkomen. Der Papst hat ja leider gesagt; ‚ÄúDas geht leider nicht denn Prins Bernhard war schon im Himmel gewesen.
Als laatste voor de pauze was het de beurt aan ‚Hannes, d’n Detective‚ ( Hans Eijkemans uit Rosmalen). Hannes trad op ‚Under Cover’. Bij binnenkomst kreeg hij direct van de beheerder van ‘t Wapen te horen dat er een koffiezetapparaat gestolen was en dat er alleen maar Nescafe was, waarop Hannes zegt; ‚Geen probleem, dat lossen we op‚. Met zijn verborgen camera ging hij veel op pad en haalde dan ook de krant. Hannes had veel adviezen zoals; ‚ Wil je graag met een gestolen pas gaan pinnen, kom bij mij je kunt direct beginnen’. Hij gaf ook de goede raad; ‚Leef je eerlijk en oprecht, dan kom je nooit voor mijn camera terecht. Als detective maakte hij van alles mee en liet eenieder daar ook van meegenieten.
Na de pauze werd de draad van het buutten weer opgepakt door ‚Knotervot, niks is goed in Nederland ( Peter Vaassen uit Beegden ). Een spraakwaterval bij uitstek die in een moordend tempo uiteenzette dat er niet zoveel goed ging in Nederland. Op de toiletten had hij gelezen; ‚Gelieve borstel gebruiken’ waarop hij zegt ‚Ik heb al moeite met een thermometer’. In het dagelijkse leven ging er veel fout dat het allemaal niet op te sommen valt. Als zesde buutreedner kwam ‚Annie uit de Helmondse binnenstad‚ (Robert van Lamoen uit Someren) voor het voetlicht. Een rasartiest die z’n verhaal kwam vertellen over het wel en wee van wat ze zoal had meegemaakt. Vele anecdotes en ervaringen uit de omgeving werden toegelicht waarbij het publiek kon schaterlachen en stilletjes enorm van genieten.
De zevende tonpraoter die zijn verhaal mocht komen doen was Ger Frenken uit Roggel, met ‚Doe meks get mit as collectant‚. Met leuke doordachte woordspelingen en fantastische woordkeuzes wist hij de zaal te beroeren. Wat te denken van; ‚Mensen die nooit iets geven, daar krijg ik wat van’. Ik kom collecteren voor panlatten voor daklozen’. Bij velen kwam hij aan de deur doch niet iedereen maakte open wanneer hij aanbelde. Als hij zeker wist dat er toch iemand thuis was, riep hij door de brievenbus. Laatst hoorde hij nog van boven roepen; Ik lig met Angina in bed’. Collecteren deed hij o.a. ook voor de EHBO (Elkaar Helpen Belasting Ontduiken). Het publiek wist hij verder met mooie belevenissen als collectant te vermaken en vele verenigingen zouden daar wel eens jalours op kunnen zijn.
Als laatste van acht tonpraters kwam ‚Ciske, de opgepimpte boer’ (Frans Bevers uit Oirschot) in de buutton. Met zijn optreden kreeg hij de zaal geheel plat. Zijn grappen en grollen, a la Andre van Duin, sloegen in als een bom. Hij plaatste een advertentie; BZV‚mt. Boer zoekt vrouw ‚met traktor. Graag brieven retour met foto van traktor. Onlangs zat hij nog in de trein en gooide zijn benen op de bank, waarop de conducteur aan hem vraagt; ‚Zeg, doe je dat thuis ook’? Nee, zegt ie, want daar heb ik geen trein. Wanneer hij met z’n vrouw uit winkelen is ziet ze voordat ze de winkel uitlopen een speciale reclame. BH’s voor slechts , 5,00 waarop z’n vrouw zegt; ‚Die neem ik mee want daar kan ik ze nie voor laten hangen’. Zijn niet te jonge vrouw wil ook nog graag een rok kopen, waarop hij zegt; ‚Dan moet je 1 etage lager zijn want daar hangen de plooirokken. Als geen ander wist hij het publiek te ontroeren en te bespelen.
Tot slot van de avond was het de beurt aan het gezelschap KUUB die, in hun nog jonge bestaan, het publiek vermaakten met zang en samenspraak terwijl de jury zich kon beraden. Alle buutreedners werden beoordeeld door een deskundige jury, doch deze had ook dit jaar weer de moeilijke taak om de kampioen 2009 aan te wijzen. Het niveau van de tonpraoters was erg hoog. De voorzitter van de jury (Wiel Zeelen) wist de spanning aardig op te voeren en maakte uiteindelijk bekend welke tonpraoters 20 en 21 maart a.s. terug naar Wanroij komen tijdens de Gala-avonden.
Op de vierde plaats eindigde ‚Annie, uit de Helmondse binnenstad‚ Derde werd ‚Ciske, de opgepimpte boer‚ en als tweede eindigde ‚Dr. Henk-Jan Botox, de plastische chirurg‚. Als verrassende winnaar van de Zuid-Nederlandse Buutkampioenschappen werd uitgeroepen; ‚Doe meks get mit as collectant.
De publieksprijs werd toegekend aan ‚,Ciske, de opgepimpte boer, die met zijn buut de harten wist te stelen van het dol-enthousiaste publiek.
Ger Frenken
Ger Frenken (56) uit Roggel, eerder dit jaar Limburgs Kampioen, komend uit een gezin van maar liefst 12 kinderen, was toch wel enigszins verrast. Nadat hij eerder op de avond al had opgetreden tgv de 80-jarige grootvorst van CV De Kwiebusse in het Limburgse Neer, wist hij geheel niet wat hem nog te wachten stond in het Brabantse Wanroij. De concurrentie bij zo’n kampioenschap is tenslotte groot en je weet maar nooit of alles vlekkeloos verloopt, aldus de verraste winnaar. Wat ik normaliter in mijn eigen moerstaal doe wordt toch wel even anders wanneer je omschakelt naar een aangepast dialect wat voor eenieder verstaanbaar is. Ik ga d’r gewoon voor en dan zien we wel.
Vier keer heb ik reeds meegedaan aan het Zuid-Nederlands Kampioenschap en ‘t is er waarachtig toch nog van gekomen. Het is en blijft een eer om deze prijs een keer in de wacht te slepen. Ik heb drie Limburgse titels op zak maar met deze trofee ben ik ook erg tevreden, vertelt de koele maar zelfverzekerde winnaar. Al op jonge leeftijd ben ik met het buutten begonnen en draai nu al zo’n veertig jaar mee in dit circuit. Deze buut heb ik in twee jaar kunnen afronden en ik wil nog un keer aan het Limburgs Kampioenschap deelnemen alvorens ik ermee ga stoppen. Zijn zoon heeft blijkbaar al dezelfde prikkels als hijzelf en wellicht treedt hij in mijn voetsporen, zegt Ger.
Tijdens mijn dagelijks werk, meteropnemer bij Essent, doe ik veel inspiraties op en hoor je links en rechts veel wat je in ‘n buut kunt verwerken.